Rozijntje

Titel
Rozijntje

Jaar
1929

Overig
herdr 1981

Pagina's
152



handje van, om alle mensen letterlijk te geloven.

‘Maar ik weet niet eens, of vader het goed zou vinden’, ontweek ze nog.

‘Dat zal ik zelf wel aan je vader vragen. Maar zou jij het willen? Want jij bent de huisvrouw.’

Die laatste woorden brachten haar opeens de werkelijkheid te binnen.

Zij was de huisvrouw.

Zou zij het willen?

O, ze zou het heerlijk vinden, niet meer het enige meisje hier in huis te zijn. Eens een woord te kunnen wisselen met dit grote meisje, - dat uit de stad kwam.

Maar... maar haar werk was al zó veel, te veel haast! Ze zou meer moeten koken, meer schoonmaken, - ze kón haast niet meer!

Meer moeten schoonmaken? Er was niet eens een kamer over om te slapen, schoot haar opeens te binnen. Dus ’t kon niet.

‘We hebben geen kamer meer. Op mijn kamer staat nog een bed, maar daar hebt u niets aan.’

Het meisje zat even na te denken.

‘Mag ik even met je meer naar je kamer?’

Gelukkig, alles was aan kant boven, dacht Rozijntje gauw. En met heimelijke trots ging ze vóór op de steile trap, die naar de zolderverdieping leidde. Want alle kamers boven waren van de zolder afgenomen.

Ze deed de dun-houten deur open en wees naar binnen.

‘Dit is mijn kamertje.’

Er was een klein geverfd houten tafeltje en een keukenstoel. Er was een dood-eenvoudig wastafeltje met een kom en kan en karafje. En aan weerskanten een ledikant, elk met een sprei, die moeder gehaakt had.

De grond, met een klein wollen kleedje, was van geverfde planken.

64

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.