Rozijntje

Titel
Rozijntje

Jaar
1929

Overig
herdr 1981

Pagina's
152



mens had gemaakt, want als er geen mens was, was Jupie er ook niet, nou, en dan zou niemand gemerkt hebben, dat er een wereld was!

In zes dagen had God alles klaar, gelukkig net voor Sjabbos. Want op Sjabbos mag je nooit een wereld maken...

Neen, een kleinigheid was het niet, wat hij de laatste tijd van Rozijntje te horen kreeg. Vanavond vertelde ze, hoe ongehoorzaam Adam en Eva geweest waren. Jupie vond het heel erg, maar hij had ook wel een beetje medelijden met Adam en Eva, dat het zo gelopen was. Hij hield zelf zo veel van appels, en dit moest wel een hele bijzondere lekkere geweest zijn, zoals ze alleen in de tuin van de burgemeester aan die éne boom hingen, waar je vanzelf aldoor naar moest kijken...

Vader zat cijfertjes uit te rekenen op een papiertje. Soms schudde hij het hoofd. Dan keek Rozijntje naar hem en vertelde gedachteloos verder, zodat ze telkens maar wat zei en Jupie haar met geweld tot het verhaal terug moest trekken.

Toen Jupie goed en wel in bed lag en bom - ineens in slaap gevallen was, kamde Rozijntje haar haren wat op, waste zich, en ging weer naar de keuken.

‘Vader’, zei ze, terwijl ze thee voor hem inschonk, ‘denkt u er wel aan, dat het dinsdagavond is?’

‘Ja?’ vroeg hij afwezig.

‘Ik moet vanavond toch naar meneer?’

‘Meneer’ was de oude Joodse meester, die in een dorp, drie kwartier fietsen ver, woonde.

Vader fronste de wenkbrauwen.

‘Ja... dat is zo...’

Rozijntje ging aarzelend naar de deur.

‘Dag vader.’

‘Goeienavond.’

22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.