Zet wijd je ooren open

Titel
Zet wijd je ooren open

Jaar
1935

Overig
2ed

Pagina's
54



in de buurt, die ook graag een praatje met Jozientje maakten. Daar was pikzwarte Moortje van de achterburen.

«•


„Moortje, ik ben boos op jou,” zei Jozientje.

„Waarom?” vroeg Moortje, met een gezicht of hij niets gedaan had.

fj

ït

$

1

§

ij

I


„Weet je dat niet? Waarom heb je vannacht zoo’n ruzie gemaakt met Mimi?”

„Ik rind het niet9 mooi rao {e . .


Moortje keek sip. Hij had niet gedacht, dat Jozientje hun stemmen herkend had.

„Hij zei... hij zei...”

„Nou?” vroeg Jozientje streng.

„Hij zei, dat hij de eenige was, die met jou praten kon, en ik zei, jullie verstaan geen woord van elkaar, ze kan alleen met mij praten. En toen werden we kwaad.”


„Ik vind het niets mooi van je. Ik kan met jullie allemaal even goed praten, dus daar hoeven jullie nooit meer ruzie om te maken.”

„Nee Jozientje. Ik zal het nooit meer doen, Jozientje. Ben je dan weer goed op me, Jozientje?”

En hij gaf haar een kopje tegen haar beenen.

Dat was Moortje. En zoo waren er een    heele boel.

Maar nu waren er    den laatsten tijd dieren, met    wie    ze    het

beste van alles kon praten: konijntjes.

Als ze van school naar huis ging, kwam ze op Vrijdag langs de markt, en daar had ze pas een hoekje ontdekt, waar kleine tralie-hokjes stonden,    met konijntjes er in.

Q

(5


Konijntjes hebben    heel groote oogen,    daar    zeggen    ze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.