Grootmoeder stond midden op het rotsige paadje stil.
„Ik wil het niet vergeten/' zei ze zacht. „Ik wil onthouden, hoe goed het nu is, en daarom mag ik nooit vergeten hoe anders het was.”
Dat was het laatste, wat Tirtsa met haar grootmoeder sprak over de dingen, die de één niet vergeten kón en de ander niet vergeten wilde.
39