0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 v 0
0 0
0 1. Buurtjes. 0
0 0
0 Tinie had een beetje medelijden met zichzelf. 0
0 Het leek haar zoo heerlijk, om het eenige kind in huis te 0
0 zijn, en alle speelgoed voor jezelf alleen te hebben, en vader en 0
0 moeder voor jezelf alleen, en je kamertje voor jezelf alleen. 0
En juist omdat ze dat zoo graag had, waren ze met drie 0
0 zusjes en een broertje. Tinie zelf, en haar tweelingzusje Linie, 0
0 en haar ouder broertje Bert, en haar jonger zusje Jettie. 0
Ze hield wel heel veel van de zusjes en van Bert, hoor. Maar 0
0 kijk, het was zoo verdrietig, als je net een boek wou gaan lezen 0
0 en Linie was toevallig net met dat boek bezig. Of je wou juist 0
0 eens een gezellig praatje met moeder maken, en moeder was 0
0 druk aan 't babbelen met Jettie. Of je had je pop te slapen 0
0 gelegd en wou er zachtjes en stil bij gaan zitten, en dan begon 0
0 Bert juist heel hard met z'n hamer te timmeren. H
Daar zou ze nooit last van hebben als ze *t eenige kind in huis 0
0 was, dacht ze. 0
„Ik wou wel ergens wonen, waar geen andere kinderen zijn,” 0
0 zei ze pp een keer tegen moeder.
0 „Waarom?” vroeg moeder.
0 „Dan was alles voor mij alleen.” ]■{
„Dat zou je niets meevallen, hoor. Je zou je heel erg vervelen, 0
0 en ft is ook niets prettig om niemand anders dan je vader en 0
0 moeder te hebben om van te houden. Of hou je soms niet van 0
0 Bert?” H
0 „Jawel!” lachte Tinie. 0
0 „En van Linie?” 0
0 „Nou!” H
0 „En van Jettie?” JIJ
0 0