Om stil te luisteren

Titel
Om stil te luisteren

Jaar
1931

Pagina's
55



0

„Het is onze Mies. Ze werd geplaagd door die leelijken hond. Ik neem haar wel mee naar huis.”

En hoe het poesje ook wegglipte en blies, Jan pakte haar stevig onder zijn arm en stapte dapper naar huis.

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0


Het was een moeilijke tocht. Telkens wou het poesje onder

zijn arm door wegkruipen. Maar Jan hield vast.


Hij zag vuurrood van inspanning. En foei, wat was hij warm.

Eindelijk was hij thuis met zijn vrachtje. Pff.

Hij belde aan. Moeder deed open. „Moeder, Mies was heelemaal verdwaald tot vlak bij school. En een ge-meene hond plaagde haar. Maar ik heb den hond weggejaagd, hoor, en hier is Mies.”

Meteen liet hij het poesje los.

„Maar jongen!” riep moeder, „het is Miesje niet. Mies zit hoog en droog in de huiskamer.”

„Dat kan niet,” zei Jan, „dit is Mies. Ziet u dat dan niet?”

Maar toen hij de huiskamerdeur open deed ... kwam de echte Mies hem tegemoet en keek heel onvriendelijk naar het andere zwarte poesje.

„N-nee ...”, zei Jan langzaam, „het is Mies toch niet.”

De poesjes stonden elkaar kwaad aan te kijken.

„Mag ze hier blijven, tot ze wat is uitgerust?”

Dat vond moeder goed. Ze kregen ieder een bakje melk, elk in de verste . Moeder deed open. hoek van de kamer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.