22
Bets, de lap-pen-pop, die O-ma heeft ge-maakt, heeft pijn in haar vin-ger-tje* En Suus, de liefste pop, met lang, blond haar, heeft pijn in haar buik-je*
Daar mag je heusch niet om lach-en* Want dat is heel erg*
Nu lig-gen al die zie-ke pop-pen naast el-kaar*
Sem en Jim en Ted-die ie-der in een doos* En Bets en Suus sa-men in een pop-pen-bed-je*
Nel-lie heeft van moe-der een oud, wit lap-je ge-kre-gen*
Daar scheurt ze reep-jes van*
Ze moet toch al die zie-ken ver-bin-den* Ze gaat het rij-tje langs*
„Heb je pijn aan je voet-je, Sem?” vraagt ze*
„Dan heb je ze-ker ge-schopt, hè?
Wat stout!