en naaide er een paar warme sokjes van in de klompen van het
jongetje. Toen had hij nooit meer natte voeten.
En ik geloof, als de voeten van het jongetje nog niet te groot
zijn geworden, dat hij er nóg in rondloopt.
Want het was een echte werkmansbroek geweest, en die gaat niet stuk, al wordt er kikkertje in gespeeld, al valt de jongen zittend op de broek, al komt hij onder een sproeiwagen te loopen, al zit hij boven op een paal, al wordt ermee onder een heg doorgekropen, al worden er tikken op gegeven, al woont er een dikke jongen in, al glijdt hij langs de treden van een trap, al loopt er twee jaar een ander jongetje in, en al stappen er een paar kousevoeten in rond in twee harde, harde klompen!
2. De spaarpot
Jan kijkt in zijn spaarpot, Jan knikt met zijn hoofd: Hij heeft er aan ieder Wat moois uit beloofd.
$
i-.
7)
7 &