Knus in een hoekje

Titel
Knus in een hoekje

Jaar
1931

Overig
2ed

Pagina's
53



een stoel ging zitten, en „knap” zei de broek.

’t Hinderde niet. Moeder hoefde hem maar even met de naaimachine te stikken, en ’t was weer in orde.

K.

t?

... en „knap" zei de broek.


Maar met dat al, — toen er een half jaar om was, kreeg moeder medelijden met de broek, die niet tegen zoo’n dikken jongen kon. Toen kreeg Daan hem.

Daan was een klein en mager kereltje.

Toen hij voor ’t eerst de broek aanpaste, moest hij er zelf om lachen: de broekspijpen hingen tot ver over zijn knieën, en de broek zelf was zoo wijd, dat er nog wel een Daantje bij in gekund had.

Moeder wist natuurlijk weer overal raad op. Ze tooverde wat met een schaar en spelden en een naald en een draad en een naaimachine, — en daar kwam me een broek te voorschijn, meneertje, of ze hem in een winkel expres voor Daan gemaakt hadden.

&


Daan was op school niet zoo heel erg knap, — net zoowat tusschen knap en dom in, — maar in één ding was hij wel erg knap: spelletjes bedenken.

Hij had pas een mooi, nieuw spel bedacht: tree voor tree van de trap af schuiven en kijken of je dat net zoo gauw kon, als een ander de trap ópliep. Hij kon het geweldig goed en vlug. Misschien wel, doordat hij zoo licht en mager was.

Och, maar die arme broek. Die kon daar nog minder goed tegen dan tegen dikke jongens. Die werd zoo kaal als een kikker en zoo glim-

f=y


... en de broek zeïf was zoo wijd, . .












5 K

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.