Knus in een hoekje

de buurt van het vijvertje groeit. Het bekertjesmos heeft allemaal van die pijpjes, en omdat de meester zoo’n heele knappe kikker is, heeft hij een pijp mogen afplukken. Daaruit zit hij nu den heelen dag te rooken; dat staat erg deftig, want de burgemeester kan nog niet eens rooken, en dat is toch wel de deftigste kikker van heel Kikkerdorp!

In de kikkerschool zijn maar twee klassen: één voor de kik-kervischjes, die nog alleen maar achterpootjes hebben, en de

tweede voor kikkervischjes met voor- en achterpootjes. Als ze heelemaal geen staart meer hebben, gaan ze van school af, want dan zijn ze al zoo’n beetje groot.

’t Gebeurt weleens, dat er een kikkervischje met voor- en achterpootjes zóó dom is, dat het in de eerste klas blijft zitten.

Maar dat vinden ze allemaal zóó akelig, dat ze erg hun best doen, om over te gaan.

Ze hoeven heelemaal geen huiswerk te maken; als ze op school maar goed opletten, worden ze al knap genoeg.

Weet je, wat ze er allemaal leeren?

44    VA*    as