Hester was getrouwd en woonde met haar man in Voorburg. Carla had zich verloofd met Paul Lugt, een doopsgezinde predikant. Ze zou over niet al te lange tijd trouwen. Frits was economie gaan studeren. Het huis in de Bosboom Toussaintlaan was veel te groot geworden, het werd verkocht. Marianne vond het jammer, ze had er voor haar gevoel haar gelukkigste tijd doorgebracht. De Goudekets verhuisden naar een vriendelijk huurhuis met een voor- en achtertuin in Naarden, Handellaan 41.
Die zomer werkte ze aan De doolhof, dat haar lievelingsboek zou worden. Een deel van het boek gaat over oorlog, zij het in een andere tijd. 'Het onbekende. Dat is de oorlog van de eerste dag tot de laatste. Maar voorbij de rand van het heden kunnen geen ogen zien.' Ze schreef de roman als bijdrage aan de vredesgedachte. Ze trok zich terug in eenzaamheid om zich ongestoord aan haar werk te kunnen wijden. Deze keer in 'Het Atelier', een houten, witte hut midden in het bos van het landgoed Sint Michaël in Huizen, dat eigendom was van het Internationaal Theosofisch Centrum. Het was een mooie, warme zomer, ze schreef veel in de openlucht. De natuur is volop aanwezig in deze roman, in geen ander werk zingen zoveel vogels en geuren zoveel kruiden en bloeiende bomen. Begin oktober 1940 bracht ze het manuscript naar Van Dishoeck.
De jonge edelman Sieur Jean leeft op een afgelegen Normandisch kasteel, temidden van de natuur. Zijn moeder is krankzinnig geworden na zijn geboorte. Hij weet niet wie zijn vader is. Als hij twintig is, wordt hij ontboden bij zijn voogd, de oude graaf d'Auzun. Is hij zijn vader? Of de overleden, jongere broer van de graaf, zoals Jeans gouverneur suggereert? Niemand kan het hem met zekerheid zeggen.
Hij neemt als officier dienst in het leger van de Franse koning. Een van de veldtochten brengt hem naar de Republiek der Nederlanden. Tijdens een confrontatie met een protestantse hoefsmid, die zich als tegenstan
77