zijn pen en boeken. En hij moest erg oppassen dat het feetje niet boos op hem werd want hij was erg dom. Wat hij gezien heeft vertel ik niet. Maar hij kon geen sprookjes meer vertellen. Wel kon hij liedjes zingen waar iedereen stil bij werd.'
Marianne was drieënvijftig toen ze dit schrift in gebruik nam. Een vervolg op Henri zou nooit verschijnen. Wel een roman waarin een jonge Frans landjonker, Sieur Jean, de hoofdfiguur is: De doolhof. Het verhaal speelt zich af rond 1700. Volgens Sam was dit personage een voortzetting van Henri, de levenshouding en de overtuiging kwamen overeen. Ze had kennelijk besloten haar held te herdopen. De letterkundige Frans Mijnssen refereerde in een brief aan Marianne aan het sprookje. Zij had hem de parabel verteld, schreef hij, om hem daarmee duidelijk te maken waarom er geen tweede Henri-boek zou komen.
Waar het feetje Marianne mee naar toe heeft genomen is onbekend. Wat ze daar gezien heeft ook. Zou De doolhof het liedje worden waar iedereen stil bij werd?
De oorlogsdreiging werd groter. Zoon Frits was gemobiliseerd. Marianne deed niet alleen aan geestelijke weerbaarheid, ze werd steeds actiever bij het verlenen van hulp aan vluchtelingen. Haar opvattingen over het pacifisme veranderden. Garmt Stuiveling vertelde daar later een anekdote over. Er werd een bijeenkomst gehouden van de PEN-club. De Poolse leden kwamen daar met het bericht van het bombardement op Warschau. Te midden van de ontzette aanwezigen 'zat de kleine Marianne demonstratief polsmofjes te breien voor de Nederlandse militairen'.
De situatie in Europa werd zo alarmerend, dat Sams broer Jo met zijn gezin naar de Verenigde Staten uitweek. Ook Marianne wilde weg, naar Zuid-Frankrijk. Sam zag er de zin niet van in, en de kinderen wilden blijven.
Sam en Marianne waren in Amsterdam, in het huis van
75