Kunstenaarscentrum voor Geestelijke Weerbaarheid.
Het vertaalwerk versterkte de band met haar kinderen. Ze schakelde hen in bij lastige passages, en dat waren er veel. Hester was bijna afgestudeerd, Carla studeerde medicijnen, Frits had eindexamen gedaan en was een jaar gaan werken. Hester had zich verloofd met August David Belinfante, een jurist - hij werd later de geschiedschrijver van de Bijzondere Rechtspleging met zijn standaardwerk Bijltjesdag en was rector magnificus van de Universiteit van Amsterdam tijdens de bezetting van het Maagdenhuis. Marianne deed vaak een beroep op zijn kennis van de klassieke talen. 'Huxley maakte voortdurend grapjes die haar niet altijd even duidelijk waren,' zei Guus Belinfante. 'Ze wilde niet alleen vertalen, maar tot in de details weten waarover het ging.'
In de zomer van 1937 trouwden Hester en Guus. Anders dan bij het huwelijk van Sam en Marianne was er wel een kerkelijke inzegening. De familie Belinfante was Portugees-joods. Guus' ouders waren bevriend met de familie Rozelaar. Volgens Frits was deze bruiloft het grootste feest dat zijn ouders ooit hadden gegeven. Neef Rob Kromer, een van de gasten, herinnert zich: 'Niet Hes en Guus waren het middelpunt, maar tante Janne.'
Hester en Guus gingen wonen in Voorburg. Lien Oosthoek kwam bij hen in de huishouding werken. Lien - nu mevrouw Dingemanse-Oosthoek: 'Ik was bijna zestien, kwam zo van de mulo. Daar ontmoette ik Hesters moeder voor het eerst. Als ze er was, zwaaide ze ook daar de scepter. Zij maakte een rooster voor mij, hoe ik het huis moest schoonhouden. Ze probeerde je altijd, in gezelschap, een sneer te geven. Ze kwam nooit samen met haar man logeren.'
Een jaar voor het huwelijk van hun dochter hadden Marianne en Sam hun zilveren bruiloft gevierd, met vrienden en familieleden - onder wie Mariannes halfzuster Jetje, met wie ze de relatie had hersteld. Ze
69