'in die eenzame vrouw die ontdekt dat er meer op de wereld is dan zij alleen, een stukje zelfbeleving gestopt'. Zij kreeg de inspiratie voor dit boek in het ziekenhuis, anderhalf jaar daarvoor, waar ze zich uit een diepe depressie had moeten vechten. Ze was eraan begonnen 'tot eigen bezinning', om een oplossing voor haar persoonlijke moeilijkheden te zoeken. Ze vond het dan ook pijnlijk als Sam, die nu toch ook trots op haar was, gunstige recensies voorlas. Haar filosofiele-raar dr. Groot herkende in het boek fragmenten die tijdens de lessen ter sprake waren gekomen. Hij was tevreden over zijn leerling. De training in zelfstandig denken had resultaat gehad.
Toch is het de vraag in hoeverre Marianne Philips bij het schrijven zo bewust denkend te werk was gegaan. Het zorgvuldig opzetten van een schema van de gebeurtenissen vond ze belangrijk. Maar wat ze daarnaast over haar werkwijze vertelde klinkt minder rationeel. Aan Victor van Vriesland schreef ze, omdat ze blij was met zijn bespreking: 'Ik ben zo bang om zelf te veel te "willen" bij mijn werk. Het gevolg van dit "trance-schrij-ven" is natuurlijk, dat men (soms wat te veel) drijft op bewust en onbewust gevoel, op ondefinieerbare intuïties.'
Annie Romein Verschoor heeft dit herkend toen ze naar aanleiding van het later gepubliceerde De biecht schreef: 'Marianne Philips behoort in ieder geval tot de "met de helm geborenen."'
Marianne Philips had gehoopt dat na haar debuutroman de literaire wereld zich voor haar zou openen, maar dat was niet zo. Er kwam wel een correspondentie met letterkundigen tot stand, want ze reageerde op recensies die haar aanspraken - een gewoonte die ze trouw zou blijven. Ze troostte zich met een mooi, modern huis, dat ze lieten bouwen aan de Bosboom Toussaintlaan 10, in Bussum. Er was een grote tuin bij. In deze villa wilde ze weer groots kunnen ontvangen, zoals in Heidezate. Ze had zich tot in de kleinste
44