'EEN GEVOEL VAN BEVRIJDING'
Marianne Philips’ debuut als schrijfster
'Een kleine vrouw, met nerveuze handen en een fijn intelligent gezicht dat een trek van zwaarmoedigheid verborg achter een stille glimlach.' Zo herinnerde partijgenoot en letterkundige Garmt Stuiveling zich Marianne Philips in deze tijd. Hij was vooral onder de indruk van 'de levendige en warme menselijkheid van haar stem'. Droeg die stem ertoe bij dat ze zo'n geliefd spreekster was? In 1927, een verkiezingsjaar voor de gemeenteraden, reisde ze het land door om propaganda te maken voor de sdap.
Hoewel ze er nooit serieus over had gedacht om aan literatuur te doen, nam de literatuur haar bij de hand. Ze was naar Maastricht gereisd om 's avonds een rede over de vrede te houden. Tijdens een wandeling door de stad was ze hevig onder de indruk geraakt van de Sint Servaaskerk. Later in de middag maakte ze op haar hotelkamer aantekeningen voor haar toespraak. 'Plotseling begon ik iets heel anders te schrijven. Het was een dwang. Mijn potlood weigerde eenvoudig de punten te noteren die ik in mijn hoofd had. Er kwamen impressies die een heel andere oorsprong schenen te hebben. Het was een gevoel van bevrijding dat ik later nooit meer zo heb gekend. Ik ben zelden in mijn leven zo ademloos aandachtig geweest.' Na deze ervaring wist ze wat ze werkelijk wilde: schrijven.
Thuis kon ze zich moeilijk concentreren. Carla: 'Ze kon zich niet losmaken van haar plichten, ze luisterde met één oor naar wat er in het huis gebeurde. Als de bel of de telefoon ging, móést ze daarop reageren.' Een huishoudster: 'Mijnheer kon de schrijfmachine niet verdragen. Hij had niet veel aan zijn vrouw. Soms liep hij te ijsberen.'
Om alleen te kunnen zijn huurde ze een kamer in een arbeidershuisje in de Meulewiekelaan in Bussum. Er
35