ook toe op de geneeskunde en de natuurkunde — takken
van wetenschap, die toen in de gebieden der Arabische
beschaving op hooger peil waren dan in het overige Europa.
De geneeskunde heeft hij als beroep uitgeoefend, en dit
heeft ook sporen nagelaten in zijn philosofische proza*
werk „Coezari" waarover later. Met treffend psycholo»
gisch inzicht schetst hij bijv. de toenemende moreele
ellende van den kluizenaarsasceet. Op middelbaren letfs
tijd schijnt hij een drukke practijk te hebben gehad te Tos
ledo, dus weder in het Christelijke gedeelte van Spanje.
Op rijperen ouderdom schreef hij zijn groote, philoso«
fische werk „Coezari", in den vorm van een dialoog, die
het gesprek voorstelt tusschen den koning van het rijk
der Chazaren in Zuid«Rusland, en een Joodschen wijze.
Het is hier niet de plaats om den inhoud van „Coezari"
uitvoerig te behandelen. Ook in een geschrift van mijn
hand („Naar uw jeugd van vroeger", uitg. van Dishoeck,
Bussum, 1925) zal de belangstellende meer bijzonder»
heden kunnen vinden. In het kort wil ik vermelden, dat
Jehoeda Halevi op twee gebieden het volle licht laat schija
nen: Aan den eenen kant openbaring en intuïtie, dus het
geschonken inzicht, en dat zoowel collectief (de openbaring
aan het geheele Joodsche volk) als individueel (bijv. aan de
Profeten). En daartegenover: vrije wil en plicht tot de daad.
Den wil beschouwt hij niet als alzijdig vrij, maar voortdus
rend voor de keus tusschen ja en neen gesteld.
De hoogste keus van dien aard is deze: Of men wil stres
ven, d.i. wil medewerken aan een opwaartsche evolutie, ja
of neen. Zijn eigen antwoord luidt: „Het verkiezen van
het streven is plicht." Wanneer hij, evenals zoovele wijs®
geeren in de Middeleeuwen, sterken nadruk legt op het
gewenschte van een behecrscht leven, dan beteekent dat
bij hem volstrekt niet een ideaal, of een Godgevalligs
heidaopszichzelf, maar alleen een middel om te bes
schikken over voldoende kracht voor een opwaartsche
8