LUIAARD!
g^Ë^gUIAARD, wordt ge niet rood van de schande:
(®ff!p!!< Dat ge slaapt tot derf ochtend en doof blijft!
TS^? ïn uw oor is 't geluid van volkrensgeschrei:
^sP^sR bidden tot God met geheel hun hart.
Een volkr dat Hem niet kent, dient hem —
Kunnen zij, die Hem kennen, zich dan onttrekken?
Sta op! Wat hebt gij te slapen? Vreemden
Betrekken de wacht — en gij droomt!
Nalezing. No. 50,
56