UIT DEN DROOM
AAL neer, wolk van dauw, daal neer, drenk de
velden!
Breng leven in de verlaten zielen!
Maar langzaam: Mijn zien wil verzadigd zijn, —
Wanneer ik ontwaak, — van 't in sluimer aan»
schouwde.
En dan.... het is zichtbaar, geen raadselen meer!
O dan.... zijn die droomen eens waar geweest!
O dag, gij die brengt een gelukkige mare,
Verkonder van goeds, gij, wekker der krachten!.
Liederen van Vriendschap en Vereering.No. 75.
26