En het motief voor de verandering van beteekenis is, iets bovennatuurlijks, wonderbaarlijks, irrationeels in een geschiedenis van wapens en veldslagen te brengen. Niet op een natuurlijke manier — neen, door een wonder brandde het licht in den tempel acht dagen; de strijd met de wapens kon de tempel weer in het bezit der Joden brengen, maar het licht in dezen tempel in stand te houden, dat vermocht hij niet. Dat kon slechts het wonder... Het Joodsche volk strijdt om zijn religieus en nationaal bestaan. Maar dat het bestaat is iets irrationeels, onbegrijpelijks.
Sedert dien is deze beteekenis van het Chanoeka-feest vele eeuwen dezelfde gebleven tot het Chassi-disme kwam en ook deze waarde veranderde. Chanoe-ka kreeg beteekenis voor het individu, voor de reli-gieuse en zielsontwikkeling van den enkeling. Het be-wust worden van een met het feest verbonden ge-schiedenis is hier volkomen verdwenen.
Twee voorbeelden uit de Chassidische literatuur kunnen dit aantoonen.
Rabbi Elimelech zegt: ,,In Jesaja (hoofdstuk 27, v. 9) wordt gezegd: בזאת יכפר עון יעקב.
Op (den dag, die) זארת (heet), zal Jakobs zonde vergeven worden. Dat is de laatste dag Chanoeka, die זאת חנכה heet. (Overeenkomstig het זאת חנכת המזבח dat op dezen dag gelezen wordt.)”
Rabbi Nachman van Braslaw echter heeft het Chanoekafeest volledig uit het historische naar het eeuwige, geestelijke overgeheveld. Zijn verklaring is wel een van de allermooiste.
״Chanoeka als het eerste lichtfeest in het nieuwe jaar geeft het begin van de opvoeding van den mensch
78