zooals b.v. Worms, bestond een speciale bepaling voor de onderwijzers ,,met de kinderen slechts de helft van de vastgestelde leerstof te behandelen”. In Algiers was het gewoonte ״op Chanoeka bijzondere vleeschgerechten en zoetigheden te bereiden en deze in de Thorascholen te bezorgen, waar ze door de kleintjes onder vroolijk gezang opgegeten werden”.
Driehonderd en acht maal . . . .
In bepaalde Sephardische gemeenten — in het bij-zonder in de Levant en in Palestina — had men de gewoonte in de Talmoed-Thorascholen een feestmaal voor de leerlingen aan te richten en voor het eten de pasoek ״שבו• *טבת לנו• מעט אכל״ Ga en koop een beetje eten voor ons (Beresjiet 43,2) 308 maal te zingen, overeenkomstig de getallenwaarde van het woord
.(6 = ו ,2 = ב ;300 - ש) שבו
Kinderspelen
In Rusland en Polen bestonden verschillende soor-ten spelen voor kinderen, b.v. ״de 31 koningen”, ״Wolf en geiten” enz. Jongere kinderen speelden op de Chanoeka-avonden ״Trendel”, met een tolletje, dat aan de kanten de letters ש rtJ/J droeg (beteekent: □נס גדיל רדה ש een groot wonder was daar), oudere
kinderen brachten de Chanoeka-avonden door met raadselspelen, het maken van gedichtjes, het uitvin-den van spitsvondigheden, om het gebruik van de acht lichten uit de Thora te ״bewijzen”. Deze raadsel-spelen noemde men ״Kattowes” en ze zijn ten deele tot op den huidigen dag in eere gehouden.
60