Een ver-Urkte Israëliet

Titel
Een ver-Urkte Israëliet

Jaar
1995

Druk
1995

Overig
1ed 1995

Pagina's
82



Koopman in allerlei

Israël groeide op in Amsterdam, het 'Jeruzalem van het Westen'. In huize Kropveld noemde men deze oudste zoon kortweg 'les'. Zijn vader David deed zaken voor anderen als een soort tussenpersoon -commissionair - en reisde veel door het land. Het gezin verhuisde daardoor vaak en woonde kort in verschillende plaatsen van het land. Haar dochter Keetje vertelt dat Grietje vaak met haar man meereisde, vooral wanneer hij op sjabbat niet thuis kon zijn. De huishouding was 'traditioneel' ; zo hield de moeder vast aan het kasjroet. Om te voorkomen dat haar man dat niet zou doen - David rookte nog wel eens een sigaartje op sjabbat - gebeurde het regelmatig dat Grietje met hem op pad was. Hun kinderen werden op verschillende plaatsen in Nederland geboren: Groningen, Nijmegen, Amsterdam. Grietje zag er op toe dat David op sjabbat niet reisde en niet afrekende. Ze stond erop dat hij op vrijdagmiddag, vóór het aanbreken van de sjabbat, weer thuis was. Wanneer Grietje op vrijdagavond dan alles klaar had, de maaltijd voor de vrijdagavond en de sjabbatmaaltijden, stak ze de sjabbatkaarsen aan en sprak zij de dankzegging uit: dan was het sjabbat. Na de maaltijd op vrijdagavond werd er gezamenlijk gebensjt. David droeg dan een keppeltje op het hoofd. Overdag had hij altijd een gewone hoed op.

les trad weliswaar niet letterlijk in de voetsporen van zijn vader, maar kwam wel in de handel terecht. Aanvankelijk was hij in de leer geweest bij een spiegel- en lijstenmaker, maar daar was geen werk meer voor. Daarom ging les in de handel. Eigenlijk handelde hij als straathandelaar in van alles wat. Hij noemde zichzelf dan ook: 'koopman in allerlei'.

In Amsterdam leerde hij de 3 jaar jongere Hendrika de la Penha (geb. 10 januari 1895) kennen. Hendrika (Heintje) was de dochter van Hartog de la Penha en Lea Pais. In het tweede jaar van de (Eerste) Wereldoorlog, op woensdag 12 mei 1915, stonden ze onder de choep-pa in de sjoel in de Rapenburgerstraat, nadat zij eerst op het stadhuis burgerlijk waren gehuwd. Intussen was de bruid drie maanden zwanger. Het jonge stel bleef voorlopig in Amsterdam, zij woonden aanvankelijk op de Kattenburgerkade. Op 26 november 1915 werd het eerste kind geboren. Het jongetje kreeg de namen David Hartog; hij werd dus vernoemd naar de beide grootvaders. Op 16maart 1917 werd een tweede zoon geboren, Hartog. Het kind stierf reeds 12 dagen later. Na de besnijdenis was het bloeden niet meer gestopt... 1917 werd een zwaar jaar voor het gezin: zij verloren niet alleen hun tweede zoon, in dat

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.