93
verzending van pakketten naar Westerbork. Joden, die wegens „onderduiken" of om andere redenen in de strafbarak te Westerbork zaten, trachtten zij door betaling van geld of levering van schaarsche goederen vrij te koopen, om te voorkomen dat dezen' op straftransport zouden gaan. In tegenstelling tot de medewerkers van den Jood-sche Raad voor Amsterdam verrichtten de in Amsterdam gedetacheerde personen hun werkzaamheden in directen dienst van de „Zentralstelle für jüdische Auswanderung"; als employés werd door hen een aantal gemengd-gehuw-de Joden aangesteld. Ten onrechte gebruikte dit bureau, eveneens als de Duitschers en ten slotte ook het publiek, nog den naam „Joodsche Raad voor Amsterdam”. De taak van den Joodsche Raad voor Amsterdam was een geheel andere; deze had van 29 September 1943 af met het wegvoeren van de voorzitters als de verantwoordelijke leiders opgehouden te bestaan. De gedragingen van dit bureau staan derhalve geheel buiten de verantwoordelijkheid van den Joodsche Raad voor Amsterdam.