Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



86

Amsterdam resp. aan de leiding van de joodsche instellingen opgedragen, terwijl een commissie de definitieve beslissing nam.

De opgeroepenen moesten zich op 25 Mei bij de maréchaussée-kazerne aan den Polderweg te Amsterdam melden. De opkomst was echter buitengewoon klein. Nog in denzelfden nacht zetten daarop de Duitschers de z.g. „Jodenwijk" af, doorzochten elke woning en arresteerden alle daar wonende Joden, onverschillig, of zij al dan niet in het bezit van een vrijstelling waren,- ook werd geen onderscheid tusschen de verschillende soorten stempels gemaakt: houders van Joodsche Raad-, „Wehrmacht"-stempels etc., zelfs gemengd-gehuwden, werden medegevoerd en naar Westerbork overgebracht. Alle gemengd-gehuwden werden later weer uit Westerbork vrijgelaten en eveneens enkele vooraanstaande medewerkers van den Joodsche Raad voor Amsterdam of de hij hem aangesloten organisaties. Deze razzia volgde zóó verrassend vlug op de gebeurtenissen van 25 Mei, dat men gevoegelijk mag veronderstellen, dat de Duitschers met deze. actie geen represaille bedoelden; zij was vermoedelijk reeds voorbereid en het eenige door hen beoogde doel. In dit kader gezien, was het bevel, de personen aan te wijzen, ook niets anders dan een poging, den Joodsche Raad voor Amsterdam bij het Nederlandsche volk in een ongunstig daglicht te stellen.

Hierna gingen de Duitschers tot het verstrekken van een nieuw soort vrijstelling-stempel over, genummerd met 120.001 e.v. Enkele personen, wien de Duitschers een bevoorrechting wilden geven, werden gratis in het bezit van een dergelijken stempel gesteld; hieronder vielen ook de voorzitters en later een aantal secretarissen van den Joodsche Raad voor Amsterdam. Maar in hoofdzaak was de nieuwe vrijstelling een poging van de Duitschers, geld en juwee-len, die de Joden aan den inleveringsplicht bij de firma Lippmann, Rosenthal &. Co. Sarphatistraat hadden onttrokken, alsnog in hun bezit te krijgen. Deze stempel werd nl. ook tegen inlevering van contante middelen of sieraden verstrekt en wel ter waarde van ƒ 30.000.— per persoon. Deze bedragen konden dus alleen zeer gefortuneerde personen fourneeren, die bovendien dit geld nog „zwart" moesten bezitten. Als bemiddelaars tusschen de Joden en de Duitschers traden twee personen op, in hoofdzaak Puttkammer en verder ook Ross. Op deze manier achterhaalden de Duitschers vrij belangrijke bedragen en voorwerpen van waarde, terwijl reeds in September 1943 deze nieuwe vrijstellingen waardeloos waren. Ongeveer 1500 personen kwamen ten slotte in het bezit van een 120.000-stempel. Zij allen ontvingen spoedig bevel, naar de Trans-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.