Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



80

steld. Deze gedragslijn volgden de Duitschers voor alle soorten stempels, zooals die voor den Joodsche Raad voor Amsterdam, „Wehrmacht", gedoopten etc.; alle deze bleken slechts tijdelijke en betrekkelijke waarde te hebben, behalve de vrijstellingen voor afstammingsonderzoek, bijzondere aangelegenheden en gemengd-gehuwden. Deze laatsten werden alleen op transport gesteld, indien werkelijk strafbare feiten aanwezig waren. Bij al deze acties beoogden de Duitschers steeds één doel: de transporten uit Westerbork dienden ongestoord voort te gaan en het ver-eischte aantal personen hiervoor moest worden geleverd.

Hoe spoedig men de door de Duitschers verstrekte ötempels wantrouwde, bleek uit de gebeurtenissen van 2 October 1942. Het was den Joodsche Raad voor Amsterdam bekend geworden, dat de Duitschers voor dezen avond in het geheele land treinen voor het transport van Joden in gereedheid lieten brengen. Men verwachtte toen reeds, dus nauwelijks 14 dagen na het verstrekken van de vrijstellingen, dat alle stempels of een groot gedeelte er van waardeloos zouden zijn; dientengevolge liet de Joodsche Raad voor Amsterdam aan alle Joden, onafhankelijk of zij al of niet in het bezit van een vrijstelling waren, aanzeggen, dat iedereen met het ergste moest rekening houden en voorbereidingen treffen; dit gold voor niet-vrijge-stelden, als ook voor employés van den Joodsche Raad voor Amsterdam, gedoopten etc. Het bleek echter, dat de werkkampen werden leeggehaald; tegelijkertijd werden de gezinsleden van de in deze kampen tewerkgestelde personen, die overal in het land woonden, op transport naar Westerbork en van hieruit naar Polen gesteld, (zie pag. 53).

Sinds medio October 1942 deed zich in Amsterdam een nieuw verschijnsel voor, dat eveneens nauw verband hield met de deportatie, ofschoon dit in het begin niet duidelijk merkbaar was. De Duitschers verstrekten aan personen, die in de Rivierenbuurt woonden, een bevel, binnen circa 10 dagen hun woning met medeneming van den inboedel te verlaten (z.g. „Anweisung"). Dit bevel werd in hoofdzaak verstrekt aan personen, die op grond van hun werkzaamheden bij den Joodsche Raad voor Amsterdam van tewerkstelling waren vrijgesteld. In het begin dacht men alleen aan de mogelijkheid, dat deze bevelen verband hielden met het verplaatsen van enkele departementen van Den Haag naar Amsterdam; de ambtenaren, die eveneens moesten worden overgeplaatst, zouden hoofdzakelijk in deze buurt wonen. Men verkreeg de hiervoor noodige ruimte, door de Joden gedwongen te doen verhuizen. Een nieuwe woning werd voor de Joden in de Transvaalbuurt ter beschikking gesteld. In een later stadium moesten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.