70
mocht schrappen. Intusschen gingen in joodsche kringen te Amsterdam stemmen op, die een niet-opkomen van de opgeroepenen propageerden. Uit den aard der zaak hoorden dit de Duitschers ook, ten gevolge waarvan, nog vóór het eerste transport op 14 Juli, een razzia door de Duitsche politie werd gehouden. De arrestaties werden overdag verricht en wel in de z.g. jodenwijk (omgeving van Water-looplein en Nieuwmarkt), die volkomen was afgezet. Ook in de bureaux van den Joodsche Raad voor Amsterdam werden alle personen tot 40 jaar gearresteerd. Er werden toen ongeveer 400 personen medegevoerd. De voorzitters konden toen echter met succes optreden en bereiken, dat alle personen, onafhankelijk of zij al of niet voor de joodsche gemeenschap werkten, werden vrijgelaten.
Voor het eerste transport op den avond van 15 Juli lieten de Duitschers een specialen trein in gereedheid brengen, terwijl ook trams beschikbaar werden gesteld. De Joodsche Raad voor Amsterdam organiseerde op bescheiden schaal aan het station een dienst, om nog eventueele boodschappen voor de opgeroepenen te doen, hulp te ver-leenen enz. Niettegenstaande de razzia van den vorigen dag en andere dreigementen van de Duitschers was de opkomst voor het transport buitengewoon klein. De trein vertrok naar het kamp Westerbork, dat van dien datum af als verzamelkamp dienst deed, vanwaar grootere transporten naar DuitSchland werden samengesteld. De „Zentral-stelle für jüdische Auswanderung" bleef echter doorgaan, met Joden in Amsterdam op te roepen. Blijkbaar om een sterkeren druk uit te oefenen, werd de tijd, waarop de desbetreffende personen zich moesten melden, van 3 dagen op 1 dag teruggebracht. Dit beteekende reeds de eerste schending van hun uitdrukkelijke beloften tegenover de voorzitters. Het succes bleef echter voor de Duitschers uit, de opkomst bleef gering.
Hierna vertrok plotseling het Duitsche politie-personeel van de „Zentralstelle für jüdische Auswanderung" naar Rotterdam, waar groote razzia's werden gehouden. Hier werden alle joodsche personen, die men maar aantrof, medegenomen, ongeacht hun leeftijd, zelfs ouden van dagen en hulpbehoevenden. Dit beteekende wederom een schending van het woord der Duitschers. De op deze manier „opgeroepenen" werden te Rotterdam in loodsen van de spoorwegen bijeengebracht, vanwaar zij in verschillende treinen naar Westerbork werden vervoerd.
Hetzelfde lot als Rotterdam onderging daarna Den Haag.
Het motief voor deze plotselinge acties moet waarschijnlijk in het navolgende worden gezocht: Er gingen reeds