Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



34

het grondbezit ook geheel of ten deele vervreemden of bezwaren; eveneens kon zij haar bevoegdheden geheel of gedeeltelijk aan andere personen overdragen voor zoover zij deze personen met het daadwerkelijke beheer had belast (z.g. „Verwalter"). Van deze bevoegdheden is ruimschoots gebruik gemaakt. Practisch het geheele joodsche grondbezit werd successievelijk onder beheer gesteld en voor het grootste gedeelte verkocht. De bevoegdheden van de oorspronkelijke eigenaren werden volledig opgeschort. Hierbij deed zich soms de volgende eigenaardige situatie voor: indien het huiö onder beheer van de „Niederlandische Grundstücksverwaltung" was gesteld, echter nog niet was verkocht, moesten de joodsche eigenaren van hun eigen huis, voor zoover zij dit zelven bewoonden, huur betalen.

In Augustus 1941 verscheen in de pers een algemeene kennisgeving van den Secretaris-Generaal van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. Hierin werd medegedeeld, dat krachtens een opdracht, gegeven door den Rijkscommissaris, met ingang van 1 September 1941 leerlingen van joodschen bloede of die als zoodanig werden beschouwd, onderwijs slechts van leerkrachten mochten ontvangen, die eveneens van joodschen bloede waren of als zoodanig werden beschouwd. Dit had ten gevolge, dat met ingang van dien datum joodsche leerlingen niet langer in de onderwijsinstellingen mochten worden toegelaten, tenzij het zoodanige inrichtingen betrof, die alleen voor deze leerlingen waren bestemd. Hieraan werd nog toegevoegd, dat volgens de uitdrukkelijke aanwijzing van den Rijkscommissaris binnen den kortst mogelijken tijd tot de inrichting van de hierboven genoemde scholen zou worden overgegaan. Er werd nog eenS uitdrukkelijk op attent gemaakt, dat joodsche en daarmede gelijkgestelde leerlingen van niet-joodsche personen geen onderwijs, in welken vorm ook, mochten ontvangen. Derhalve was het geven van club- of privaatlessen door niet-joodsche leeraren aan joodsche leerlingen verboden. Omgekeerd werd het joodschen of daarmede gelijkgestelden leerkrachten verboden, eenig onderwijs, in welken vorm ook, aan niet-joodsche leerlingen te geven. Dit mocht alleen aan joodsche leerlingen geschieden.

In aansluiting hierop heeft de Secretaris-Generaal zich door middel van een rondschrijven tot de burgemeesters gericht. Hij wees er op, dat het vraagstuk betreffende het inrichten van joodsche onderwijsinstellingen niet zonder de krachtige medewerking van de gemeentebesturen kon worden opgelost; voor het lager onderwijs diende in het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.