Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



27

vertegenwoordigers waren gevestigd. Na de oprichting van den Joodsche Raad voor Amsterdam hield zij zich uitsluitend met onderwerpen bezig, die nog niet door den Joodsche Raad voor Amsterdam ter hand waren genomen. Voornamelijk in verband met de interpretatie van de verordeningen en maatregelen heeft zij op juridisch gebied uitstekend werk verricht. Echter moest zij begin November 1941 in opdracht van den „Beauftragte", Böhmcker, en den bevelhebber der „Sicherheitspolizei" te Amsterdam, Lages, haar werkzaamheden staken. Tegelijkertijd werden de bevoegdheden van den Joodsche Raad voor Amsterdam, die tot dusver alleen in de gemeente Amsterdam werkzaam was, over het geheele land uitgestrekt, zoodat de Joodsche Raad voor Amsterdam in het geheele land provinciale en plaatselijke vertegenwoordigers moest benoemen. Een gedeelte der medewerkers van de Coördinatie-Com-missie stelde zich ter beschikking van den Joodsche Raad voor Amsterdam, terwijl de voorzitter, Mr. Dr. L. E. Visser, dit niet deed, aangezien hij principieel tegen onderbande-lingen met de Duitsche autoriteiten was gekant.

Eveneens zeer ingrijpend voor het joodsche gemeenschapsleven was de verordening nr. 48/1941 van 12 Maart 1941 „betreffende de behandeling van ondernemingen, welke aangegeven dienen te worden". Het betrof hier een uitvoeringsbepaling van de reeds vermelde verordening nr. 189/1940 „betreffende het aangeven van ondernemingen". Thans werd in hoofdzaak bepaald, dat voor elke verandering, welke dan ook, goedkeuring van den Com-miSsaris-Generaal voor Financiën en Economische Zaken was vereischt. Tevens werd hier het benoemen en aanstellen van bewindvoerders („Treuhander") — in de praktijk werden dezen meestal „Verwalter" genoemd — geregeld. De bewindvoerders namen de bevoegdheden van de eigenaars, bestuurders of tot vertegenwoordiging bevoegde personen volledig over; deze laatsten werden geheel uitgeschakeld. Ten slotte werd nog bepaald, dat dezelfde Commissaris-Generaal het voortzetten van eeniger-lei bedrijfsuitoefening van een dergelijke onderneming kon verbieden en haar tevens liquideeren.

Op grond van deze verordening werden alle joodsche zaken onder bewindvoering gesteld of geliquideerd, behalve een klein aantal onbelangrijke winkels, eigendom van gemengd-gehuwden, die tevens in het jaar 1942 nog niet waren geliquideerd. De bewindvoerders werden door bovengenoemden Commissaris-Generaal benoemd, terwijl liquidatie over het algemeen door de Duitsche Maatschappij „Omnia" geschiedde. Bij de ambtsaanvaarding door de bewindvoerders werden in het algemeen direct de joodsche employés ontslagen, zoodat dezen samen met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.