Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



25

tingen aan den Joodsche Raad voor Amsterdam met het verzoek, de vereenigingen in bovenbedoelden zin nader te rubriceeren. Men trachtte ook hier alles zooveel mogelijk op de lange baan te schuiven en verlangde circa twee maanden uitstel voor dit onderzoek; dit werd echter niet toegestaan. Het onderzoek moest binnen korten termijn plaats vinden. De lijst van den Commissaris-Generaal bevatte ongeveer 1000 vereenigingen. De Joodsche Raad voor Amsterdam stelde thans voor, ongeveer 170 op te heffen en 600 vereenigingen met overgang van de vermogenswaarden te combineeren, zoodat circa 230 vereenigingen bleven bestaan. In de verschillende besprekingen en schriftelijke stukken werd er steeds de nadruk op gelegd, dat de vermogensbestanddeelen van de vereenigingen, die werden opgeheven, voor een algemeen joodsch doel ter beschikking zouden worden gesteld, terwijl de vereenigingen, die werden gecombineerd, haar fondsen mochten behouden. Door de Duitschers zou 10% van het vermogen voor administratieve kosten in rekening worden gebracht. De bedoeling was, de vereenigingen, die bleven bestaan en die met andere zouden worden gecombineerd, haar oude functionarissen te laten behouden. Het geheel moest echter onder verantwoordelijkheid van den Joodsche Raad voor Amsterdam geschieden. Er was derhalve gereede aanleiding voor den Joodsche Raad voor Amsterdam, op de voorstellen van den Commissaris-Generaal in te gaan. Het doel van de voorzitters was, zooveel mogelijk van het joodsche vereenigingsleven te redden. De Duitschers hielden echter ook dezen keer hun woord niet; de voorstellen van den Joodsche Raad voor Amsterdam werden in het algemeen genegeerd, behalve dan, dat de circa 170 vereenigingen werden opgeheven. Typeerend voor de houding van de Duitsche autoriteiten was het volgende: dezelfde Commissaris-Generaal deelde in een schrijven van 13 Juni 1941 aan den Joodsche Raad voor Amsterdam mede, dat deze vereenigingen waren opgeheven, maar dat het vermogen van deze vereenigingen — behalve de 10% voor de administratiekosten — aan den Joodsche Raad voor Amsterdam nog niet kon worden uitgekeerd, aangezien nog steeds onderbande-lingen over de verleening van de rechtspersoonlijkheid aan den Joodsche Raad voor Amsterdam gaande waren. Terwijl dus eenerzijds alle moeite werd gedaan, rechtspersoonlijkheid te verkrijgen, die steeds weer werd geweigerd, werd anderzijds door de Duitsche autoriteiten dit gebrek als gereede aanleiding genomen, haar beloften geen gestand te doen.

In den loop van het jaar 1941 werden ook langzamerhand alle mogelijke joodsche organisaties, die de Jood-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.