Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



24

voor Steun verwezen; in nood- en/of spoedgevallen werd door den Joodsche Raad voor Amsterdam direct geholpen, ook indien er nog geen „grijze kaart" in het bezit van de desbetreffende personen was.

Ofschoon het Comité voor Steun oorspronkelijk alleen ten behoeve van joodsche buitenlanders was opgericht, werd in den loop van het jaar 1941 een groot aantal joodsche Nederlanders van zijn inkomsten beroofd, zoo-dat thans ook steun aan deze groep moest worden verleend. Er was gereede aanleiding voor de werkloos geworden Joden, zich niet bij den algemeenen gang van zaken ten opzichte van den werkloozen-steun aan te sluiten, aangezien toen reeds het gevaar bestond, dat de werklooze Joden bij de Duitsche autoriteiten moesten worden gemeld. Want reeds in een onderhoud op 15 April 1941 werd door den „Beauftragte" bij de voorzitters op het inzenden van de gegevens betreffende de joodsche werk-loozen aangedrongen. Deze Steun aan joodsche Nederlanders werd eveneens uit het fonds van het Comité voor Steun verstrekt. Mijns inziens is deze maatregel te billijken, omdat ook het grootste percentage van de gelden door joodsche Nederlanders werd bijeengebracht, ofschoon niet onvermeld mag blijven, dat wel — zij het ook in minder sterke mate — hiertegen oppositie bestond.

Een verder gevolg van beide bovengenoemde verordeningen, nr. 145/1940 en nr. 41/1941, was de oprichting van een nieuwe onderafdeeling van den Joodsche Raad voor Amsterdam, te weten de Joodsche Vereeniging voor Verpleging en Verzorging (J.V.v.V.V.). Uit de maatregelen van den „Beauftragte" en de „Sicherheitspolizei" bleek duidelijk, dat men de joodsche organisaties, behalve de zuiver godsdienstige, onder verantwoordelijkheid van den Joodsche Raad voor Amsterdam wilde laten ressorteeren. Indien de Joodsche Raad voor Amsterdam deze opdracht had geweigerd, liepen deze vereenigingen het risico, zonder meer te worden geliquideerd en haar vermogen in beslag te zien genomen. In April 1941 vond een onderhoud plaats tusschen de voorzitters en den Commissaris-Generaal voor Bijzondere Aangelegenheden (General-Kommissar zur besonderen Verwendung, Abteilung Vereinswesen), waarin een in hoofdzaak tweeledig doel ten opzichte van de joodsche vereenigingen werd besproken. Volgens opdracht van den Commissaris-Generaal moesten de minder belangrijke vereenigingen worden opgeheven, terwijl een andere groep met andere bestaande vereenigingen moest worden samengevoegd. Begin Mei zond dezelfde Commissaris-Generaal een lijst van de op grond van verordening nr. 145/1940 aangemelde joodsche vereenigingen en stich-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.