Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



13

de Heer Asscher, „thans samengesteld en de meeste leden zijn op dit podium aanwezig. In het regelmatig contact met den Beauftragte zullen namens de commissie Prof. Dr. D. Cohen en mijn persoon (dat is de Heer Asscher) werkzaam zijn". Verder riep hij op tot rust, hervatting van het werk en inlevering van wapenö, hetgeen straffeloos zou kunnen geschieden. Hij kon in opdracht van den „Beauftragte" mededeelen, dat aan zoodanige personen of groepen, wier aanwezigheid al of niet in uniform wrijvingen zou kunnen veroorzaken, zou worden belet, in deze buurten te verschijnen. Deze vergaderingen werden tevens door Duitsche burgerlijke autoriteiten en leden van de Duitsche SS bijgewoond.

Ter verduidelijking dient nog te worden medegedeeld, dat inderdaad Opperrabbijn Sarlouis, Rabbijn Francès en de Heer Asscher werden geroepen, dat echter de beide geestelijken voor deze opdracht bedankten, omdat zij als kerkelijke leiders met de geestelijke zorg waren belast en derhalve deze taak niet konden aanvaarden,-daarna werd op aanraden van den Heer Asscher, Prof. Dr. D. Cohen ontboden en werd aan deze beiden de opdracht gegeven, een „Jodenraad" te vormen.

Aldus was de Joodsche Raad voor Amsterdam onder leiding van de Heeren A. Asscher en Prof. Dr. D. Cohen opgericht.

Er is veel over geredetwist, of het al of niet juist was, een Joodsche Raad voor Amsterdam op te richten. Voordat ik derhalve verder de werkwijze en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam nader onderzoek, wil ik hierover enkele opmerkingen maken.

Ie. Met nadruk zij er op gewezen — hetgeen uit de voorafgaande geschiedenis blijkt —, dat de Joodsche Raad voor Amsterdam niet op initiatief van de Joden, of de Heeren Asscher en Cohen, is opgericht, doch zijn ontstaan aan een opdracht van den „Beauftragte für die Stadt Amsterdam" ontleende.

2e. De Joodsche Raad voor Amsterdam bestond uit de twee reeds genoemde, voorzitters, benevens een college van 18 personen. Deze 18 personen hadden echter geen medezeggenschap, aangezien de Duitsche autoriteiten de voorzitters als de alleen-verant-woordelijke personen beschouwden; derhalve droeg het werk van deze 18 leden alleen een adviseerend karakter. Het plan was, een college voor de joodsche gemeenschap te vormen met een tweeledig doel, nl. de behartiging van de joodsche belangen en de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.