Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Titel
Overzicht van het ontstaan, de werkzaamheden en het streven van den Joodsche Raad voor Amsterdam

Jaar
1945

Pagina's
104



12

OPRICHTING VAN DEN JOODSCHE RAAD VOOR AMSTERDAM.

Aan de oprichting van den Joodsche Raad voor Amsterdam gingen de gebeurtenissen van Februari 1941 vooraf. Op 9 en 10 Februari vond een z.g. „oefenmarsch" van de Amsterdamsche W.A. door het centrum van de stad plaats, waarbij zij meende, ook door de, door de DuitscherS zoo betitelde, joodsche wijk — dat is de omgeving van het Waterlooplein en de Nieuwmarkt — te moeten marcheeren. Het bleef niet bij een vreedzamen tocht, want de daar wonende personen werden op alle mogelijke manieren door de W.A. geprovoceerd en tevens werden, zonder dat er eigenlijk iets aan vooraf ging, ruiten van winkels en woonhuizen ingeslagen. Bij een nieuwen overval op 11 Februari verdedigden zich de aldaar wonende joodsche inwoners en gedurende deze nieuwe provocatie door de N.S.B. werd de W.A.man Koot gedood. Het is de vraag, of deze persoon in werkelijkheid door een Jood werd gedood, aangezien na de ongeregeldheden op 9 en 10 Februari een aantal personen uit Kattenburg en de Jordaan ter bestrijding van de provocaties zich beschikbaar hadden gesteld. In ieder geval kan worden geconstateerd, dat de dood van Koot het gevolg van eigen provocaties was.

Van Duitsche zijde werden de Joden zonder meer hiervoor aansprakelijk gesteld en in den nacht van 11 op 12 Februari werd deze wijk geïsoleerd, doordat men de bruggen ophaalde en de vaste toegangen naar deze wijk, zooals b.v. de Blauwbrug, door de Duitsche politie werden bewaakt. Op 13 Februari werd de isolatie van de wijk verzacht en tegelijkertijd moest in opdracht van de Duitsche autoriteiten, om de gemoederen tot bedaren te brengen, een bijeenkomst voor de in deze wijk wonende Joden worden gehouden. Twee vergaderingen werden bijeengeroepen, aangezien het aantal personen voor één te groot was. Beide vonden plaats in de Beurs voor den Diamanthandel. De Heer A. Asscher als woordvoerder van de bijeenkomsten betoogde, dat deze op verzoek van den „Beauftragte des Reichskommissars für die Stadt Amsterdam" werden gehouden. Hij deelde verder mede, dat na de gebeurtenissen van 9 Februari en volgende de Opperrabbijn Sarlouis, de Rabbijn Francès en de Heer Asscher waren uitgenoodigd, bij den „Beauftragte" te komen. Gedurende dit onderhoud werd dezen personen in de eerste plaats verzocht, een commissie van vertegenwoordiging voor de Amsterdamsche Joden te vormen, bestaande uit 15 a 20 personen, ten einde in samenwerking met den „Beauftragte" verschillende joodsche aangelegenheden te behandelen. „Deze commissie is", zoo betoogde

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.