IX
kowitch onderzocht geen der critici verder. Sommige bladen deden voorkomen, of ze de ontdekking in het „Engelsch letterkundig tijdschrift” zelfstandig hadden gedaan. Ivan Jelakowitch had geleefd. Hij was dood. De mortuis nil nisi bene!... Men maakte zich op in gewijde stemming om de première by te wonen, die geheel zonder mijn toedoen, nog een mystisch waasje kreeg door 't geheimzinnige eener middag-voorstelling.
En terwijl de lichten gedoofd werden en een plechtige stilte in de zaal heerschte, zat daar oèk glimlachend, de geest van Ivan Jelakowitch op een der banken stalles, de geest... die zich eenigszins bitter afvroeg, of dat élite-gezelschap oók zou opgekomen zijn, als het programma vermeld had... „Ahasverus”, oorspronkelijk drama van den schrijver van „Dora Kremer” ...
Terwijl men op 29 April in de Amsterdamsche bladen den schrijver van „Dora Kremer” een dier „peuterende auteurtjes” noemde, terwijl elders een criticus de „onaangename driestheid waarmede het geheel was bewerkt” constateerde, terwijl bijna alle verslaggevers meer aan den persoon van den schrijver dan aan ’t stuk dachten bij hun weldoordachte, onpartijdige, eerlijke, intelligente „kritieken”, — gebeurde op 18 Mei, dus geen drie weken later, het „wonderbaarlijke”, kon men, o. m., overden-zelfden schrijver lezen:
„Nog eens moeten wij terugkomen op het eenig tafreel van Russische verdrukking, onmenschelijkheid en bar-baarschheid, dat met aangrijpende en ijzingwekkende waarheid in den Salon ten tooneele gevoerd wordt.
Ziedaar nu voldaan aan den eisch der handelaars in „haute nouveauté” in zake letterkundige kunst, die beweren, geen intrige noodig te hebben voor een drama, geen onderwerp voor een roman, geen gedachte voor een gedicht.
Hier i s geen intrige, maar toch wordt er een vreeselijk drama voor ons afgespeeld. Een hongerige romanschrijver had er een roman van drie deelen van gemaakt. Maar we hebben hier te doen met eene zielsuiting van een