De boog

Titel
De boog

Jaar
1917

Druk
1969

Overig
3ed 1969

Pagina's
47



En dacht:

‘Ik ben de teelt van Mens en Aarde,

Van hun verbond het zegel aan de metalen lucht; ‘méér dan hun bestaan is mijn bestaan van waarde: ‘-regenboog kranst mij tot een heiige vrucht!

‘In stad, tussen korens en onder klippen ‘bekampten zij elkaar; de purperen kroes Van woede en wellust hing aan hunne lippen:

‘Zij dronken het leven-ik ben hun roes!

‘Ik ben de Vlam waarmee ze loutring oogstten, Volmaakte offrande van hun fiere dracht.

‘Heil mijn verwekking! Zij hebben de hoogste ‘taak van levend dier in mij volbracht. -

‘En toch: een Vlam die zichzelve schrijnde-‘want mijn onverwoestbaarheid is mij ene dwang: ‘zwoegende van Begin ontga ’k mijn Einde;

‘zo ’k vecht, is ’t zonder hoop op ondergang.

‘Ik wil mijn aarde met Gods vuur omranden,

‘ik wil een wasdom van verderf in zicht:

‘Heil ’t Noodlot met de verterende handenden leven delf ik uit zijn doodsgezicht!

‘Zó zij ’k de Vlam der onuitputlijke gewassen,

‘die hun rijpheden aanzet en hun stampers bronst,

‘die spruiten spant tot blinkende kurassen.

‘-Vrouw is mijn hoop.-

Ik ben de bronst, de bronst!’

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.