De spiegel

Titel
De spiegel

Jaar
1925

Druk
1925

Overig
1ed 1925

Pagina's
50



„vóórgaand aan God.,..” De knaap hield in, en zweeg. Hoor! een vriend riep. Zijn roep ratelde breed.

De jongen — hoor! — reikte den stok— ging heen.

— De beek werd ouder en donkerder wijn,

*t vleesch van den berg groeide, aan nachts lusten rijk, het vrouwlijk duister in. Fijn dampend dreef

boven de beek, gerekt, de ziel der aarde.

Als stam van *t Kruis de karner stond, zóó mager; stil neuriede zijn verdriet, wijd als de aarde —

En toch, eens — 't was het tweehoofdig seizoen dat *t woud aan zijnen bodem afstand doet van geel en warmte, en dat gij herfsten noemt:

de kalme karner eindigde zijn dag

en de eerste maan ging blindelings en barsch

gevechten aan met den volmaakten nacht.

Toen kwam de knaap. „Karner, het uur is vol,

„de klok slaat hongertijd. ^ Geef me den stok.

„Voor ge nog eten gaat, geef me den stok.

En de man: „Wat is van den nacht? wat zegt „de nacht?” — „Karner, de nacht is een zoet hert: „het legt zich aan uw voeten, geeft zich weg

„aan uwe hand die martelt; hoog gewei „draagt het den schedel uit, en het is wijs:

„Wijs is de boom die dezen nacht belijdt....”

— „En meer?" — „Wel zestien jongen heeft het hoen; „de huifkar mist een rad....” „En rondom?"' — Toen behield de knaap een rust om zich: dus vroeg

de karner nogmaals: „En rondom?” — De knaap knikte voor zich. — „De maan gelijkt een paard „dat zonder ruiter is; een rood gevaar....

26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.