De spiegel

Titel
De spiegel

Jaar
1925

Druk
1925

Overig
1ed 1925

Pagina's
50



„Men zegt: de zon is meester van de maan „en deze is niets buiten de zon; maar waar „verbergt ze nu haar stekelig gelaat,

„karner? — Gij die niets ziet, ziet alles toch!

„Ik wil het weten. Zegt: waar is de zon?

„Waar is de zon?.... Karner, geef me den stok.../'

Die gaf den stok, of hij deelde geheim aan dezen knaap mee; en hij trad terzij.

En deze knaap dan bukte----

— Hoordet gij

die ooit gelooven deedt hoe werelds werk, tot vastheden der wereld saamgeperst, den sloover eindlijk in zijn hand gewerd

ondanks de zachte ramp die in hem kreunt, ondanks de vrouw die nacht is en die heult met moeheid en gemis — hoordet ge een Leus

uit *t krijten van dit kind-ontdekker, ziend een zon schoon blozen in des melkvats diep: t' avond gehurkt binnen des melkvats diep

en meegekarnd onder den kalmen stok en schooner met de stooten zijner pols en kuischer met de klopping zijner pols ?

„Karner, aanmerkt de menschen, dat zij hijgen, „aanmerkt de reeks der teugellooze heilen,

„aanmerkt de vezels die trotscher arbeiden....”

De karner ging de landen door. — Hij schreide. —

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.