De spiegel

Titel
De spiegel

Jaar
1925

Druk
1925

Overig
1ed 1925

Pagina's
50



VOORDICHT

's Ochtends, de zon een heuvel aan de kim, sprongen wij op, en zalfden onze voeten en stoven lach: gaan wij de wolken hoeden, het graan verbazen met sikkel en wind!

(Brood zijt ge en zout, o liedren van het dal)

Wat wij gedachten? — Wil, gezel, en werken!

Wat wij vergaten?----Haar die, steen en verven,

stond in mijn hut, Maria onder glas----

Gezel, dat land! De geiten langs het pad vierden op distels feest. (En toch, de berken schilferden, dun en wit — of we niet merkten dat herfst zich nestelde waar zomer was—)

Halli! de bodem had een faunenborst; de leemen heuvels met hun veeg van wouden trilden onstilbaar in den greep der blauwe lucht en rivieren, morgenkoelte en vocht!

Halli! de dubble stap leek eene bijl van snede en vurigheid op beide kanten.

De sikkels, het gevest in onze handen, gaven scheef lonken aan de luchten prijs----

Dien dag viel god verloren in twee mannen.

Van zijnen euvelmoed dreunden hun armen; maar ieder ding werd klein gelijk een hart en ieder hart werd smeekend als een harp.

En in de harpen brak het zeisepaar.

Hoe was hun sliert en hun eenvoudig slaan fijner dan spitse zon en klaarder dan refereinen, gezongen op het water! —

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.