drukkelijkheid en de moedige gespierdheid van rhythme en bouw* Zijn beeldend pathos is nimmer gezwollen (door water of lucht) doch gevoed door een hamerend bloed, en zwellend als bottend zaad.
In „De Spiegel” maakte hij het leven dramatisch en overzichtelijk; het leven, dat in deze bijzondere schepping, als een verrassende stoot en tegelijk als een overwinnende bevrediging, tot werkelijkheid kon worden.
D. A. M. BINNENDIJK
1925