alles gaat in haar manden en terwijl de zon haast ondergegaan is zit het kleine meisje nog in het gras en plukt, plukt, steeds maar door.
Eindelijk is ze klaar, de manden zijn vol. De zon is intussen al onder en Krista gaat liggen in het gras, haar handen onder het hoofd gevouwen, en kijkt met open ogen naar de nog lichtblauwe hemel.
Dit is haar mooiste kwartiertje en niemand hoeft te denken, dat het kleine bloemenmeisje, dat al zo hard werkt, ontevreden is. Ontevreden is ze nooit en zal ze ook nooit zijn, zolang ze dit nog iedere dag beleven mag. Midden in de weide tussen de bloemen en het gras, recht tegenover de hemel, is Krista tevreden. Weg is alle moeheid, weg zijn de markt en de mensen. Het meisje droomt en denkt alleen aan dit: dat ze dat nog iedere dag krijgt, dit kwartiertje in nietsdoen met God en de natuur alleen!
8