42
wiens einde de leew huisde, terwijl zes merken van steen op de borst de zes Nijl-walervallen voorstellen, zo was di Piramide meteen een beeld van Egypte zelf. De bovenste drihoekige kamer daarin duide de Nijl-Delta aan, de middenste galerij den Nijl, di zich in twee lagere gangen, den Blauwen en den Witten Nijl, splitste.
4) Teb of Typhon is de Egyptise god der alles verzengende hitte.
5) Het wentelend zwaard is de Zon. Zi Genezis III, 24.
XX. XXI. De Foedzji-Yama, de bekende krater van
Japan, even vaak afgebeeld op japanse schilderijen als de Vesuvius op italiaanse.
XXII. 1) The flowers that bloom in the spring: De bloemen, di bloejen in de lente. 2) De tulpboom krijgt eerst bloemen, later pas groen, de hier bedoelde is de magnolia obovata. 3) Tchaya: teehuis.
XXIII. 1. Chibatsi, (spreek ch. uit als in het duitse Hecht,) komfoor uit messing, een schotel met kolen om pijpen aan te steken. 2) Tcha, tee.
XXIV. 1) Volgens een chinese opvatting, door de Japanners overgenomen, was de aarde vierkant
2) De violette vlag van het Keizerlik Huis heeft in het midden een witte, zestienbladige Chrysanthemum, gestileerd in den vorm van een rad.
3) Mi Kado, titel des keizers, betekent Verheven Poort.
4) Hara-kiri, zelf-exekuutsi door het openrijten van den buik. Spreek r uit tegen het verhemelte.
5) Astraal licht, stralende eterise bol, di helderzienden kunnen waarnemen.
XXV. 1) Kogo, de eerste vrouw uit den keizer-