oorlog en actief getuige waren geweest van de zegevierende Rode Oktober in Rusland.
Sinds die kennismaking, in 1933, is Barend Luteraan nog enige tientallen jaren, ook tijdens de Tweede Wereldoorlog als marxist en internationalist werkzaam gebleven. Door zijn trouw aan zijn overtuiging heeft hij vaak het isolement gekend en dit niet geschuwd. Met zijn gaven en intelligentie had hij het vér kunnen brengen in deze wereld, als hij het met zijn geweten op een akkoordje had gegooid. Barend Luteraan was daartoe niet bereid, want hij was niet alleen een begaafd, maar ook een gaaf mens.
Ook persoonlijk heb ik een sterke reden, hem dankbaar te blijven. Toen Michel Raptis en ik in 1960 waren gearresteerd wegens illegale hulp aan de Algerijnse bevrijdingsbeweging, was het Barend Luteraan, toen al 82 jaar oud, die aan het eind van een studentenforum over Algerije opstond en de vraag stelde: Waarom is hier gezwegen over het feit, dat er in Nederland twee revolutionaire marxisten gevangen zitten wegens hun actieve steun aan de Algerijnse revolutie? Tóén, en op dat moment is onze zaak er een geworden van de Nederlandse socialistische beweging.
Namens hen, die vele jaren met Barend Luteraan hebben samengewerkt, wil ik hem een laatste groet brengen.
Barend Luteraan, rust in vrede.
Voor Bep was de Sneevliet-herdenking een fijne dag. Ze stond, samen met Ellen, vlak tegenover mij bij het voorlezen. Marie de Jong las als eerste een gedicht van moeder voor, uit de cel, en het was een prachtig begin, alleen vertelde zij niet dat het een gedicht van Mien Sneevliet was, iets wat mijn indruk versterkte dat zij zich emotioneel in de plaats van moeder heeft gesteld, wat niet erg is, want met te meer plichtsgevoel zorgt zij voortdurend voor de herdenkingen.
Vanmorgen dacht ik: zal ik voorstellen mee naar Ben Bella in Algerije te gaan, als hij bereid is mee te werken? Later heb ik die gedachte weer laten varen. Mocht Ben Bella die wens uitspreken, dan ligt het iets anders, en neem ik mij voor er gehoor aan te geven.
Ik was ook blij, Sietse Bosgra weer te ontmoeten, die op de middagbijeenkomst goed heeft gesproken, serieus, niet te gecompliceerd en waardig. Sietse was tijdens onze gevangenschap al bijzonder solidair. Nog bezit ik een foto, waarop hij door de politie van de straat wordt gesleurd, omdat hij in het openbaar demonstreerde voor onze invrijheidstelling. Later kwam hij, ik meen toen Algerije onafhankelijk
48