god, 24 jaar geleden alweer toen De Gaulle de macht greep. Zal ik er Michel ontmoeten, en anderen van vroeger? Het is een groot vraagteken.
Namiddag. Ik heb voor het eerst weer last van mijn maag.
12 maart Gistermiddag was Rudolf hier om te vertellen dat de vpro voor 99,9 procent heeft besloten, de film op zijn voorwaarden te laten maken. Hij gaat nu concreet aan de slag, waarbij hij zijn opzet om twee weken naar Chili te gaan met de filmploeg en met mij, definitief heeft laten varen. Het schijnt in zijn bedoeling te liggen, de film nu toe te spitsen op 'Algerije', een onderwerp dat hem niet vreemd ligt, want hij heeft al eens een zelfs bekroonde film gemaakt over de tegenstellingen tussen de stad en de boerenbevolking in Algerije. Hij wil er enkele gedeelten van in de film opnemen.
Het voornaamste probleem is nu, of Michel er zijn medewerking aan wil verlenen. Hoe met Michel in contact te komen? Waarschijnlijk is Rodolphe Prager uit Parijs de aangewezen man, hij kent Michel uitstekend, en heeft een goede relatie met hem. Met de Algerijnen trouwens ook. Volgens zijn zeggen heeft hij Michel destijds in contact gebracht met de fln.
In de zomer van 1981 was Rodolphe in Amsterdam, met zijn vrouw, een zuster van Marguerite Bonnet. De laatste heeft een proefschrift geschreven over André Breton, de 'paus' van het surrealisme en die, met Trotski, samensteller was van een oproep voor een Internationale van revolutionaire kunstenaars.
Bij Marguerite Bonnet heeft Natalia Trotski in Parijs gewoond, en daar heb ik haar ontmoet. 'C'est moi, Sal,' zei Prager door de telefoon, 'je veux te voir, oü?'
Ik was verrast door het telefoontje, maar toch ook blij, omdat een oude kameraad mij niet vergeten was, en we spraken af in de Bijenkorf.
Toevallig was Bzzlletin nummer 86 net uit, waarin mijn briefwisseling met Frank van Dijl over socialisme en literatuur. Bovendien stond mijn credo erin, waarin ik mij artistiek richt naar het manifest van revolutionaire kunstenaars uit 1938, en politiek naar Michel Raptis, die met betrekking tot de Sovjet-Unie niet meer spreekt van een ontaarde arbeidersstaat — de term is van Leo Trotski — maar van een bureaucratische staat. Het nummer lag in de boekhandel van De Bijenkorf, en ik heb er een exemplaar van gekocht om aan Rodolphe Prager te geven. Hij heeft jarenlang in Brussel gewoond, kent bovendien Duits, en was zeker in staat het te lezen.
32