Voor Rudolf, in vriendschap
De kunstenaar kan de vrijheidsstrijd slechts voeren als hij subjectief in de maatschappelijke en individuele inhoud ervan is binnengedrongen, als hij de betekenis en het drama ervan door zijn zenuwen heeft laten passeren en vrij poogt een artistieke belichaming aan zijn innerlijke wereld te geven.
(Voor een onafhankelijke revolutionaire kunst: André Breton en Leo Trotski).
Deze onafhankelijkheid van bestaan is voorwaarde voor onafhankelijkheid van denken. En dat kan wellicht ook verderop nog zijn vruchten afwerpen.
(Herinneringen uit de arbeidersbeweging: Anton Pannekoek).