Pietro, zonder antwoord te krijgen, en als hij meende hem genaderd te zijn, door de herkenning van een zucht, een geur, een kuchen, werd er een ander tussen hen in geschoven die dan weer gierend wegvluchtte. Steeds wanhopiger voelde hij zich, als een vis die op het strand naar adem hapt, als een plant die met wortel en al uit de aarde is gerukt. Het kon niet waar zijn dat hij Jean nooit meer in zijn leven zou zien. De gedachte daaraan kwelde hem, en steeds luider riep hij: 'Alleen jij weet wat ik voor je heb gedaan, voor je opgeofferd, en dat is pas een klein deel van wat ik werkelijk dag en nacht voor je heb geleden. Geef antwoord, zeg ik je, geef antwoord.' In blinde woede begon Nico te schreeuwen, trapte met zijn voeten en viel op de grond.
Ja, Nico viel op de grond, en Sal Santen viel op de grond.
Maar Sal Santen is weer opgestaan, toen hij schrijver is geworden. In het verhaal over Nico en Jean is Nico op de vlucht, en ook Sal Santen is jarenlang op de vlucht geweest.
Nu evenwel is hij, door zijn paniek heen, toch meegegaan naar Parijs om Michel te ontmoeten.
Daar heeft de ervaring van twintig jaar geleden zich herhaald.
Paris c'est une ville intéressante: alsof ik daarvoor was gekomen! Ik wilde weg. Ik nam de eerstvolgende trein terug naar Amsterdam.
Alleen in de coupé, zag ik voor ogen het portret van Michel dat Rudolf mij op de heenweg had laten zien. Michel is dik geworden, was mijn eerste inval geweest. Ja, Michel Raptis is dik geworden. Hij heeft een dikke huid gekregen. De Michel met wie ik als vriend de gevangenis heb gedeeld, bestaat niet meer.
Ik ga alléén verder, maar ik zal altijd aan de kant van de onderdrukten blijven staan. Dat was het motief van mijn politieke strijd: het is de zin van mijn schrijverschap.
18 juli We hebben vandaag in Hilversum de 'voorvertoning' van de film gezien, op de montagetafel, zoals Rudolf die wil uitwerken. Mijn eerste indruk? Wat een zonde, zoveel werk er voor niets is verricht. De Sneevliet-herdenking bijvoorbeeld is helemaal komen te vervallen. Niet ten onrechte, want alleen de vooroorlogse Sneevliet behoort bij het verhaal van mijn leven. Maar pijnlijk is het wel voor alle mensen die destijds in Westerveld zo hun best hebben gedaan, en verwachting zijn gaan koesteren.
Ook zelf kom ik er soms bekaaid af. De door mij in de cel voorgele
94