fermde, zou hij wel een kerel worden.
'Mens, ga opzij,' snauwde ze tegen Jeltje.
Zwijgend omklemden ze elkaar, vochten verbitterd, nu eens lag Jeltje, dan weer Dirkje onder, schudden elkaar heen en weer, beten in eikaars gezichten, haalden er bloedige schrammen overheen, tot Dirkje, hijgend, haar handen trillend langs haar lichaam, pisnijdig van woede, bleef liggen.
'Zul je Jules voortaan met rust laten?'
Dirkje zweeg verbeten.
Koortsachtig overlegde Jeltje bij zichzelf hoe ze Dirkje tot een belofte kon dwingen. Haar kriebelen, was het beste. Onder haar handen kronkelend, smeekte Dirkje haar ermee uit te scheiden, rukte zich los en vluchtte de deur uit.
In haar vreugde danste Jeltje om de tafel, ontdekte dat Jules haar tegemoet rende, en met een kreet van blijdschap vielen zij elkaar in de armen.
99