ogen veranderde hij in een roodgloeiende buikkachel, die de hitte niet langer kon verdragen en in brandende stukken uiteenviel. Toen veranderde de pijn in iets onpersoonlijks, een wezen buiten hemzelf, een helhond, die met zijn grijnzende, kwijlende bek, waarin gele hoekige tanden, hem verleidelijk aanblafte om zijn partij te kiezen. Totdat Jeltje hem aan de hand nam en een vriendelijke dokter de hond aan een stalen ketting bond.
Nog één keer was de nachtzuster naar Jules toegegaan om hem te kalmeren. Toen zij zich over hem heenboog om hem weer toe te dekken met de dekens die hij van zijn bed had getrapt, duwde hij haar in paniek weg. 'Weg mens,' siste hij, 'weg mens,' waarop zij lieve woordjes tegen hem sprak, zodat hij een ogenblik dacht dat het zijn moeder was. 'Luister,' zei ze, 'luister naar me, er is iets verschrikkelijks gebeurd. Ik zat in het park en keek naar de bomen, en je weet hoeveel ik van bomen en planten houd. Toch had ik geen enkel contact meer met de natuur. Ineens voelde ik me ervan vervreemden,' en nauwelijks had ze die woorden uitgesproken of zij lag uitgestrekt in een la, die langzaam werd opengetrokken. Ontsteld aaide Jules haar zachtjes over het haar, dat hard scheen en weerbarstig. Toen de zuster zei dat hij weg moest gaan, kwam hij door een zijdeur naar binnen om haar opnieuw te kunnen zien totdat hij weer werd weggestuurd, om voor een derde keer naar haar toe te gaan. Maar zij is dood, stelde hij vast, zij leeft niet meer, en uitgeput verliet hij haar voor de laatste maal.
170