deed ik niet, dat dubbeltje gaf ik aan vader terug. Ik had trouwens nog een duppie bij me, om brood te kopen, want moeder had gisterenavond van het overgebleven brood sjaletjes gemaakt, en die hadden we allemaal opgegeten.
Bij de bakker in de Rozenstraat kon je voor een dubbeltje een half krentenbroodje kopen, of drie krentenbollen. Vaak bleef ik er voor de etalage staan om de juffer in de winkel aan te staren. Totdat ze naar me keek. Dan maakte ik dat ik wegkwam. Eigenlijk was het niet eerlijk tegenover Tilly, omdat ik stiekem verliefd op haar was.
Eerst zwierf ik over de groentemarkt, aan de overkant van de Nassaukade. De handelaren waren al verdwenen. Tussen het gekneusde fruit, in de goot geveegd door de stadsreiniging, zocht ik naar sinaasappelen die nauwelijks aangestoken waren.
En mijn dubbeltje brandde in mijn broekzak. Zou ik toch naar de bakkerij gaan? In Tuindorp ging ik wel eens voor mijn beurt, als ik voor moeder boodschappen deed. Zo gek zou ik nu niet zijn.
'Gaat uw gang maar,' zei ik tegen een vrouw die na mij binnen was gekomen.
'Wat wil je, jongeman?' vroeg de winkeljuffrouw aan mij. Ik kon wel dansen en springen.
'Krentenbroodjes,' wou ik antwoorden, maar omdat ze dat kinderachtig zou kunnen vinden,
91