ze op het bureau gewaarschuwd dat er in de Warmoesstraat een moord was gepleegd. Het bleek nog veel erger te zijn. Eerst had de man zijn vrouw van kant gemaakt, toen had hij met een scheermes zijn strottehoofd afgesneden, het in een brillekoker gestopt en uit het raam gegooid.
Maar de barbier liet zich niet overbluffen. Hij had wel eens een dooie moeten scheren. 'Geloof me of niet, als iemand sterft blijft zijn baard de eerste dagen doorgroeien. Daar zijn wij dan voor, om ze goed af te leveren. Eén keer was ik juist mijn mes aan het scherpen, toen het lijk overeind kwam. Ik ben nog nooit van mijn leven zo geschrokken. Wat bleek het geval te zijn? De man had allerlei medicijnen moeten slikken, en die werkten nog na.'
Weer ging een klant voor zijn beurt. Hij had niet alleen een scheerabonnement, maar hij kocht bij de barbier ook altijd Pan, of De Zwarte Kat, die onder de toonbank van eigenaar verwisselden, zodat wij het niet konden zien. De mannen begonnen te fluisteren, lachten stilletjes en schaterden het plotseling uit, toen één klant had gezegd dat hij er niet genoeg van kon krijgen.
Nu moest ik goed luisteren. Hij had het erover dat je wel voorzichtig moest zijn als je met een vreempie mee ging. Je liep wat op voordat je er erg in had. En is het eenmaal zo ver, dan ben je het niet een-twee-drie weer kwijt. Jaren kan je
71