als ze naar boven kwamen. Dan stopte ik hem gauw weer in mijn broek. Als Saartje het zou zien, durfde ze daar niet over te klikken, maar ze had het nog nooit gezien. Ik keek wel mooi uit. Zelfs Maurits wist het niet. Zo'n klein jongetje zou het misschien uit domheid aan vader vertellen. Alleen moeder had me een keer betrapt. En zij durfde over zulke slechte dingen niet in het openbaar te spreken. Of had zij het óók niet gezien? Je wist het nooit, met haar slechte ogen.
Zou het gewoon zijn om te klikken als je de oudste van de kinderen was, of was het echt iets voor meiden?
In vaders kamertje, waar hij de schoenen maakte, lag het inktpotlood waarmee hij de prijzen op de zolen schreef. Dan likte hij eerst aan de punt. Wij mochten het niet van hem, dat was niet goed als je een wondje had waar het in kwam. Voorzichtig vormde ik een klodder spuug op mijn lippen en hield de paarse annilinepunt erin. Toen schreef ik op een stuk papier: 'Klikspaan, halve maan, Je mag niet door mijn straatje gaan, Hondje zal je bijten, poesje zal je krabbelen, Dat komt van al dat babbelen.' Op mijn tenen liep ik naar Saartje's kamertje. Behoedzaam schoof ik langs de deur. Zou ik het versje onder haar kussen leggen? Maar nee, misschien zou ze het dan niet zien, en morgen
44