duldig kijkend naar de fotograaf, met dromerig lachende ogen en het haar tot op de schouders. Zelfs het patroon van haar zomerjurk is zichtbaar. Het polshorloge, dat vader voor haar in de lommerd heeft gekocht, geeft vaag de tijd aan.
Wij vergelijken de foto's met een andere foto, die kort geleden van ons is gemaakt. Moeder en Saartje zitten naast elkaar. Moeder, de armen over elkaar, lacht blij. Saartje, enigszins voorovergebogen, en haar wangen iets ingevallen, lijkt sprekend op moeder. Daarachter: rechts vader, een pijp in zijn hand, bretels over zijn overhemd, een door Saartje geweven stropdas om. Hij kijkt alsof hij de fotograaf wil dwingen er iets goeds van te maken en lacht weemoedig. In het midden Maurits, de kleinste, mager, fel, spottend. Ten slotte Salie, met ongekamde haren, zijn ogen verborgen onder zijn zware wenkbrauwen.
119