was ook hun onderduikadres wanneer zij in Amsterdam waren. Waar anders iets te vinden? Bij vrienden? De een werkt in Duitsland, de einder in Frankrijk, weer anderen laten niets weten, mijden ons liever, geven niet thuis, de besten zijn zelf ondergedoken.
Het is een geluk dat moeder het doktersstempel heeft, maar toch, er móét iets gebeuren voor het te laat is. Stel je voor dat de politie bij haar komt terwijl zij alleen bij haar thuis ligt, vader weg, in Polen, Maurits in Apeldoorn en wij vijf minuten bij haar vandaan en toch onbereikbaar, na achten. Wat zou zij zo doen, 's avonds in haar eentje? De brieven lezen, die wij van vader ontvingen voor hij naar Polen werd doorgestuurd? En natuurlijk de brieven en kaarten van Maurits, die geregeld komen, aan ons adres, en die moeder 's avonds meeneemt, weint wat van Maurits komt is voor haar.
Ze moet zo weer naar huis, kwart voor acht is het.
Wat? Er wordt gebeld. Het is de benedenbuurvrouw van moeder, zij komt vertellen dat er politie op de woning is. Vóór achten? Ja, vóór achten.
Wat moeten wij doen? Kan moeder gewoon naar haar woning gaan en het dokterstempel laten zien? Zullen zij dan nog geloven dat zij ziek is? Maar wat dan? Wat dan godverdomme! Hier afwachten wat er gaat gebeuren? En morgen een onderduikadres zoeken? Waar, in hemelsnaam? Trouwens, streiks komen ze bij ons, het kan haast niet anders. Alle post van Maurits heeft moeder thuis, met ons adres er op. Als zij wil onderduiken moet het nu gebeuren, onmiddellijk, maar dan moet ik met haar mee, om niet zelf gegrepen te worden. En Bep dan? Moet zij alleen thuis blijven met ons Elsje? Als ze Mar eens arresteren omdat moeder en ik er niet zijn? Dem moeten we met ons vieren weg, en waarheen? En de winkel, wie gaat er morgen naar de winkel? Waar moet het geld vandaein komen om onder te duiken als we er niet meer in kunnen?
Maar moeder heeft toch het stempel, het doktersstempel? Als
96